question tag

It’s a question tag, isn’t it?

Deze week gaan we back to the basics en daarmee bedoel ik: grammatica. Grammatica is een belangrijk onderdeel waar nog veel onnodige fouten in gemaakt worden doordat de kennis hierover vaak is weggezakt, of omdat men uitgaat van het gevoel in plaats van het raadplegen van de regels.

Neem bijvoorbeeld het onderwerp van dit artikel, de question tag. Question tags zijn korte vragen die gesteld worden ter bevestiging van de voorgaande zin. Deze korte vragen bestaan uit een herhaling van het werkwoord en onderwerp van de zin ervoor. Bijvoorbeeld: it is cold outside, isn’t it?

Ben je een echte pro of is je Engels maar zozo?

De question tag

In het Nederlands gebruiken we deze constructie ook wel, maar dan door middel van het toevoegen van de woorden toch, of niet, vind je niet. Bijvoorbeeld: het is koud buiten, toch? / het is buiten koud, of niet?

Er zijn echter een aantal grote verschillen tussen het gebruik van question tags in het Engels en het Nederlands. Ten eerste, in het Engels worden het werkwoord en onderwerp dus herhaald en in het Nederlands niet. Maar het allerbelangrijkste verschil en ook meteen hetgeen wat nog wel eens misgaat, is het onderscheid dat het Engels maakt tussen bevestigende en ontkennende zinnen.

Het zekere voor het onzekere

 

Zoals we hierboven gezien hebben, kun je in het Nederlands ‘toch’ en ‘of niet’ beiden gebruiken bij een bevestigende zin. In het Engels gebruik je echter altijd een ontkennende tag bij een bevestigende zin en een bevestigende tag bij een ontkennende zin. Bijvoorbeeld:

✓ Mary has finished writing the reports, hasn’t she?
✓ Mary hasn’t finished writing the reports, has she?
✓ They are behind on schedule, aren’t they?
✓ They aren’t behind on schedule, are they?

Verder maken de Engelsen nog een ander onderscheid, namelijk tussen hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden + alle vormen van to be. Zo herhaal je bij laatstgenoemde de vorm van to be of het hulpwerkwoord en bij hoofdwerkwoorden gebruik je een vorm van to do in je question tag.

Hoofdwerkwoorden:
✓ Luke gave a powerful presentation, didn’t he?
✓ They don’t seem to know how to handle this project, do they?
✓ It doesn’t matter, does it?

Hulpwerkwoorden + vormen van to be:
✓ Rick can’t find the right calculations, can he?
✓ She should have finished by now, shouldn’t she?
✓ He is always late on Monday, isn’t he?

Er zijn dus twee vragen die je jezelf moet stellen als je een question tag wilt gebruiken. 1. Moet ik een bevestigende of ontkennende tag gebruiken? 2. Herhaal ik de vorm van to be / het hulpwerkwoord of gebruik ik een vorm van to do?

Oefening

Nu jij! Pas het materiaal dat je hierboven hebt geleerd toe in de volgende oefening. Vul de juiste question tag in:

01. You weren’t at the office yesterday, __________?
02. He works from home today, __________?
03. Lisa could have finished ages ago if her computer hadn’t crashed, __________?
04. David isn’t working on the Granger case today, __________?
05. We haven’t decided on the right course of action yet, __________?
06. I didn’t do well during that presentation, __________?
07. She hasn’t improved herself since she started working here, __________?
08. The marketing and sales departments are under a lot of stress, __________?
09. We mustn’t worry, __________? The campaign seems to be very successful.
10. They do know that Jerry wants the figures by the end of the day, __________?

De antwoorden. Niet spieken!
1. were you?, 2. doesn’t he?, 3. couldn’t she?, 4. is he?, 5. have we?, 6. did I?, 7. has she?, 8. aren’t they?, 9. must we?, 10. don’t they?

⭐️ Nooit meer nadenken over een goede Engelse zin?

Met de online training Improve Your Grammar kun je zelf aan de slag om je grammatica op orde te krijgen. Vervoegingen, werkwoordstijden en woordvolgorde. Zo fijn om deze kennis paraat te hebben. Klik hier voor alle info over deze praktische en duidelijk opgezette online training. Een goede basis is goud!

Reacties (7)

  1. Leerzame blog, Anneke. Engels lijkt zo gemakkelijk…

    1. You weren’t at the office yesterday, were you?
    2. He works from home today, doesn’t he?
    3. Lisa could have finished ages ago if her computer hadn’t crashed, didn’t she?
    4. David isn’t working on the Granger case today, is he?
    5. We haven’t decided on the right course of action yet, have we?
    6. I didn’t do well during that presentation, did I?
    7. She hasn’t improved herself since she started working here, has she?
    8. The marketing and sales departments are under a lot of stress, aren’t they?
    9. We mustn’t worry, do we? The campaign seems to be very successful.
    10. They do know that Jerry wants the figures by the end of the day, don’t they?

  2. Hier zijn de antwoorden, lees niet verder als je de opdracht nog wilt maken!

    1. were you?
    2. doesn’t he?
    3. couldn’t she?
    4. is he?
    5. have we?
    6. did I?
    7. has she?
    8. aren’t they?
    9. must we?
    10. don’t they?

    Bedankt voor het meedoen, jullie hebben het super gedaan. 🙂

Reactie of vraag? Dat kan hieronder.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *