engelse vragen

Engelse vragen formuleren

Soms is het goed om terug te gaan naar de basics. Zo ook met Engelse vragen formuleren. Misschien gaat dat in je ‘vakantie-Engels’ automatisch en denk je er niet eens meer over na. Maar wat als jij voor je werk een Engelse assessment moet ontwikkelen, enquête moet creëren, of FAQ moet opstellen voor op de website? Of op een andere manier met Engelse vragen bezig moet?

Ben je een echt pro of is je Engels maar zozo?

Bij zakelijk Engels is het handig als je de basisregels erbij hebt. Zo heb je meer garantie dat het goed gaat. Er hangt dan ten slotte een professioneel visitekaartje aan je teksten. Daarom vind je hier een stappenplan voor het formuleren van vijf verschillende soorten Engelse vragen.

Allereerst een opfriscursus ‘Engelse zinnen vormen’. Een basiszin vorm je in de volgorde Subject – Verb – Object (onderwerp – werkwoord – lijdend voorwerp/andere informatie): It is Monday. Wil je een basisvraag maken, dan draai je het werkwoord en het onderwerp om: Is It Monday? (Verb – Subject – Object). In dit artikel onderscheiden we 5 soorten Engelse vragen.

Engelse vragen formuleren

 

1. Ja/Nee vragen

Dit zijn vragen die simpelweg te beantwoorden zijn met ja of nee. De eenvoudigste vorm hiervan is het verplaatsen van het werkwoord naar het begin van de zin, zoals hiervoor werd gedaan: Is it Monday?

Easy, right? Dan wordt het ingewikkelder. Alleen een hulpwerkwoord of een modaal werkwoord zijn zo makkelijk te verplaatsen naar het begin van een zin. Hulpwerkwoorden zijn (vervoegingen van) be, have en do. Modale werkwoorden zijn can, could, may, might, must, should, ought to, have to, need to, shall, should en will. Je kunt meer lezen over modale werkwoorden in dit artikel en dit artikel.

Wat als er geen hulpwerkwoord of modaal werkwoord in de zin staat? Dan gebruik je het werkwoord to do. Je zet dan Do, Does of Did aan het begin van de vraag. Bij een vraag in de tegenwoordige tijd gebruik je Does als het onderwerp de derde persoon enkelvoud is (he, she of it) en Do bij elk ander onderwerp. Bij een zin in de verleden tijd gebruik je Did. Omdat je het werkwoord to do vervoegt naar de tijd en het onderwerp, hoef je het oorspronkelijke werkwoord in de zin niet meer te vervoegen. Je gebruikt dus het hele werkwoord. Bijvoorbeeld:

Tom plays the guitar → Does Tom play the guitar?
Tom and Jerry play the guitar → Do Tom and Jerry play the guitar?
Tom played the guitar → Did Tom play the guitar?

2. De vraagwoorden

De bekendste vraagwoorden zijn de 5 W’s: who, what, why, when en where. Maar er zijn nog meer vraagwoorden, denk maar aan which, how, how many en how often. Bij de vraagwoorden vervang je vaak een deel van de zin door het vraagwoord. Als je een vraag stelt over het onderwerp van de zin, hoef je de woordvolgorde niet te veranderen: Tom is playing the guitar → Who is playing the guitar?

In andere gevallen moet je wel de zinsvolgorde moet aanpassen. Bijvoorbeeld:
Tom is playing the guitar → What is Tom playing (What vervangt the guitar)

Ook kan het vraagwoord een toevoeging zijn aan de zin, en vervangt deze dus geen woord. Bijvoorbeeld: Tom is playing the guitar → Why is Tom playing the guitar?

3. Indirecte vragen voor beleefd, zakelijk Engels

Informatie nodig? Dan is een directe vraag vaak de handigste en snelste manier om die te verkrijgen. Toch kan een directe vraag bot overkomen, en al helemaal in het beleefde Engels. In zakelijk Engels kun je daarom soms beter veilige, indirecte vragen stellen. Dat doe je door een zinsdeel toe te voegen vóór de directe vraag, zoals: Could you please tell me of Do you know. In de indirecte vraag verplaatst het werkwoord dan naar het einde: Where is the meeting room?Could you please tell me where the supermarket is? Do you know where the meeting room is?

4. ‘Negatieve’ vragen

Negatieve vragen bevatten het woord not. Dit kan ook zijn in de vorm van een samenstelling zoals in didn’t (did not). Je kunt een negatieve vraag gebruiken als je bijna zeker weet dat iets zo is, maar het toch nog wilt bevestigen:
Didn’t you hear the news? Jack’s getting married!

Ook kun je met een negatieve vraag verbazing uitdrukken dat iets waarvan je verwacht dat het gaat gebeuren, nog niet gebeurd is:
Hasn’t Jack proposed yet? He’s been talking about it for two years already!

Als je een samenstelling gebruikt met not, zoals in de twee voorbeelden hierboven, is de zinsvolgorde van de vraag: Samenstelling – Onderwerp – Hoofdwerkwoord – Andere informatie. Ben je nu in een formele setting? Dan kun je beter not gebruiken dan een samenstelling. In dit geval krijgt de zin een andere volgorde. De volgorde is dan als volgt: Hulpwerkwoord – Onderwerp – not – Hoofdwerkwoord – Andere informatie. Dat ziet er als volgt uit: Has Jack not proposed yet?

5. Question tags

Een vraag met een question tag wordt gebruikt om te checken of je iets juist heb begrepen. Je vindt hier een uitgebreid artikel over question tags.

Did you get that? Als je vragen hebt, kun je die achterlaten in de reacties. En als je het aandurft om Engelse vragen te stellen, mag dat natuurlijk altijd. 😉

⭐️ Nooit meer nadenken over een goede Engelse zin?

Met de online training Improve Your Grammar kun je zelf aan de slag om je grammatica op orde te krijgen. Vervoegingen, werkwoordstijden en woordvolgorde. Zo fijn om deze kennis paraat te hebben. Klik hier voor alle info over deze praktische en duidelijk opgezette online training. Een goede basis is goud!

Reacties (12)

  1. Welke zin is best voor een formele mail:
    The guest whom he thought was more important than me.
    The guest whom he felt was more important than me.
    The guest of whom he felt/thought was more important than me.
    The guest who he felt/thought (of?) was more important than me.

    • Hallo,
      De zin “The guest whom he thought/felt was more important than me” zijn op zich allebei correct. Het is wel belangrijk om meer informatie in deze zin te zetten. De zin lijkt namelijk niet helemaal compleet als je alleen “the guest whom he thought/felt was more important than me” schrijft. Bijvoorbeeld:
      The guest whom he thought was more important than me came in after me.
      Ik hoop dat dit helpt!

  2. Hallo,
    Als ik de speelstijl en sterke punten van een voetballer beschrijf, kan ik dan schrijven:
    Style of play
    – Counter attack threat (heb ik dit goed geschreven?)
    – All-action and energetic (heb ik dit goed geschreven?)
    – Agile and moves the ball with ease (heb ik dit goed geschreven?)
    Strengths
    – Flamboyancy (strong) (heb ik dit goed geschreven?)
    – Bravery (strong)
    – Pace (very strong)

    • Hi Angelo,

      Alles is in correct Engels geschreven! Het enige wat ik zou veranderen in dit geval is “all-action”. Letterlijk vertaald betekent dit “alle-actie” en ik denk niet dat dat is wat je bedoelt. Ik weet natuurlijk niet precies wat je wilt zeggen, maar ik zou meer kijken in de richting van ‘active’ of ‘constantly in action’.
      Misschien kan dit je nog verder helpen: https://www.soccerhelp.com/terms/soccer-styles-of-play.shtml#:~:text=On%20offense%2C%20the%20two%20primary,often%20sideways%20or%20backwards%2C%20while

      • Hallo Wies,
        Bedankt voor uw hulp.
        Ik bedoel met all-action and energetic dat de voetballer alle acties maakt op het veld en dat hij energiek is. Moet ik het anders op schrijven? Wat is uw advies?
        Moet ik counter attack aan elkaar schrijven of los? Wat is het verschil tussen counter attack en counterattack? Heeft het een andere betekenis? Alvast bedankt

        • Gezien ik zelf niet veel weet van voetbal zou ik niet precies weten of er een term is voor “een voetballer die alle acties maakt op het veld”. Ik raad aan om op zoek te gaan naar lijsten met voetbaltermen zoals deze: https://www.afordawards.co.uk/soccer-terms
          Misschien dat je daar vindt wat je bedoelt.
          Over het woord counterattack: ik zou het aan elkaar schrijven, omdat het een in dit geval 1 begrip is, maar beiden worden gebruikt.

      • Bestaat het woord “flamboyancy”? Op Google kan ik het niet vinden, ik zie alleen flamboyance.
        Wat is het verschil tussen flamboyancy en flamboyance?

        • Het is inderdaad flamboyance. Er is dus geen verschil, want flamboyancy is geen Engelse term. Flamboyance betekent dat iemand zelfvertrouwen uitstraalt en opvalt. Hopelijk was dat ook wat je wilde zeggen met ‘flamboyancy’!

  3. Hallo,
    Wanneer ik mijn contactgegevens op schrijf moet ik dan football agent met een hoofdletter schrijven? Ik bedoel het woord “agent”
    En schrijf ik mobile number of alleen mobile? Alvast bedankt!
    Welke is correct?
    Jan van der Steen
    Football Agent
    Mobile number:

    Jan van der Steen
    Football Agent
    Mobile:

    Jan van der Steen
    Football agent
    Mobile:

    • Hoi Jan,

      Goede vragen! Ik zou gaan voor:

      Jan van der Steen
      Football Agent
      Mobile:

      Omdat het hier gaat om jouw functie als titel, schrijf je de hele titel met hoofdletters, dus ook Agent. En ‘Mobile’ is genoeg, omdat iedereen zal begrijpen dat dit om een telefoonnummer gaat.
      Ik hoop dat dit helpt!

      • Hi Wies,
        Komt er na een dubbele punt een hoofdletter als ik de woorden “attacking midfielder”, “winger”, “striker”, “second striker”, “left”, “combined” schrijf?

        Position: Attacking Midfielder, Winger, Second Striker, Striker
        Preferred foot: left
        Similar type of player: combined playing styles of Rodrigo Moreno & Andriy Yarmolenko

        Alvast bedankt!

        Fijne dag!

        • Ha Jan,

          Het is niet nodig om de woorden met hoofdletters te schrijven na een dubbele punt! Je kunt dus alles met kleine letters schrijven 🙂

Reactie of vraag? Dat kan hieronder.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *