De betrekkelijke voornaamwoorden which, who en what worden nog vaak door elkaar gebruikt. Met de beknopte toelichting in dit artikel hoeft dit echter niet meer, dus ga er goed voor zitten en vergeet niet de oefening aan het einde te maken om je kennis meteen toe te passen.
Ben je een echt pro of is je Engels maar zozo?
De betrekkelijke voornaamwoorden which, who en what
We beginnen met which en who. Deze worden beiden gebruikt om terug te verwijzen naar iets uit het eerste gedeelte van een zin.
Which
Je gebruikt ‘which‘ om te verwijzen naar dingen, plaatsen of organisaties.
Bijvoorbeeld:
Jim works for an organization which helps startup companies with their legal affairs.
Who
Je gebruikt ‘who’ om naar mensen te verwijzen.
Een voorbeeld:
Have you already met the new manager who is going to replace Angela?
Nu we deze twee kort toegelicht hebben, is het tijd om naar what te gaan kijken.
What
‘What’ gebruik je om naar iets onbekends te verwijzen.
Zoals:
What do you need to complete the assignment?
Bijzinnen
Een beperkende betrekkelijke bijzin omschrijft precies over wie of wat je het hebt. In dit geval kun je who of which vervangen door that en soms zelfs helemaal weglaten:
That’s our competitor’s top salesman who I saw talking to our client.
That’s our competitor’s top salesman (that) I saw talking to our client.
Een uitbreidende betrekkelijke bijzin, afgescheiden door komma’s, geeft extra informatie. In dit geval kan which niet vervangen worden door that of weggelaten worden omdat het anders een beperkende bijzin wordt:
Our office building, which was renovated last year, does not meet the safety requirements.
Our office building that was renovated last year does not meet the safety requirements (we hebben meerdere kantoorgebouwen waarvan er één vorig jaar gerenoveerd is).
Quiz time!
Heb je een duidelijker beeld gekregen van wanneer je de betrekkelijke voornaamwoorden which, who en what moet gebruiken? Dan is het nu aan jou! Vul in: which, what, who, that of -. Let op, soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk.
01. Tom is the new head of IT __________ I hired on Monday
02. This is our latest prototype __________ is still under development.
03. Can I talk to the person __________ is in charge here?
04. The applicants for the managerial position __________ just opened up were quite young.
05. Could you tell me __________ he wants me to change in the report?
06. I haven’t seen anyone form the Marketing department __________ were supposed to do their presentation today.
07. The Apple store __________ opened across the street has been doing well.
08. Did you e-mail the customer __________ was unsatisfied with our vacuum cleaner?
09. I’m not sure I know __________ you’re talking about. Was the complaint about the model __________ we released a few weeks ago?
10. The reports __________ you gave me were very clear and we will take action as soon as possible.
Doe je mee met de oefening? Wacht dan even met spieken! De juiste antwoorden staan hieronder.
De antwoorden
1. who / –, 2. which, 3. who, 4. which / that, 5. what, 6. who / that, 7. which / that, 8. who, 9. what, which / that / –, 10. which / that / –
⭐️ Nooit meer nadenken over een goede Engelse zin?
Met de online training Improve Your Grammar kun je zelf aan de slag om je grammatica op orde te krijgen. Vervoegingen, werkwoordstijden en woordvolgorde. Zo fijn om deze kennis paraat te hebben. Klik hier voor alle info over deze praktische en duidelijk opgezette online training. Een goede basis is goud!
LEES MEER OVER:
1. who
2. which
3. who
4. –
5. what
6. that
7. that
8.who
9. what, –
10. –
Hi Sanne,
Good job! Alleen nog even goed naar 4 kijken. 😉 Dit zijn de juiste antwoorden:
1. who / –
2. which
3. who
4. which / that
5. what
6. who / that
7. which / that
8. who
9. what, which / that / –
10. which / that / –